Rekenrente

Schadeberekeningen zien dikwijls over een lange periode. Zowel geleden schade, als toekomstige schade wordt vergoed. Als een claim wordt afgewikkeld, wordt een schadevergoeding – over het algemeen –  in één keer vergoed. Dat betekent dat toekomstige schade nu al wordt uitgekeerd. De bedoeling is dat die schadevergoeding naar de toekomst toe de schade blijft dekken. Om daarin te voorzien wordt de rekenrente toegepast. Enerzijds wordt rekening gehouden met inflatie, anderzijds met rendement op het vermogen dat op een spaarrekening staat, of wordt belegd. Het verschil tussen deze twee begrippen is de rekenrente. Hierover worden door het LOVCK (Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel en Kanton) en het LOVCH (Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel Hoven) aanbevelingen gedaan. Betrokken partijen hierin zijn o.a. rekenkundigen en professoren.

De afgelopen maanden is de rente op spaarrekeningen weer gestegen. Dat heeft geleid tot nieuwe aanbevelingen. Vanaf april 2023 gelden de volgende percentages:

  • Voor de periode van 0-5 jaar, 0,5% rente en 2,0% inflatie;
  • Voor de periode van 6-20 jaar, 1,0% rente en 2,0% inflatie;
  • Na 20 jaar geldt, 1,5% rente en 2,0% inflatie.

De inflatie van 2% komt niet overeen met de huidige inflatie. De inflatie waar wij nu mee te maken, is in dat opzicht ook vrij uitzonderlijk en bijzonder hoog. Gelet op o.a. historische gegevens (er wordt gekeken naar het gemiddelde over tientallen jaren) gaan de LOVCK en LOVCH ervan uit dat de inflatie de komende jaren weer zal teruglopen en zal dalen naar 2%. Verder houdt een stijgende rente – heel kort gezegd – in dat geld de komende jaren meer zal opleveren. Dit samenspel van rente en inflatie wordt verwerkt in de rekenrente en werkt dus ook op deze manier door in een schadevergoeding.

Vragen?

Mocht u vragen hebben over de rekenrente, neem dan contact op met France-Sophie Bellekom . Zij beantwoordt uw vragen graag.

Neem contact op