Ongeval tijdens oefening militaire opleiding aangemerkt als dienstongeval

Op 23 maart 2023 heeft de Centrale Raad van Beroep een belangrijke uitspraak gedaan en een kader geschetst onder welke omstandigheden een gebeurtenis waarbij letsel is opgelopen tijdens een oefening in het kader van de militaire opleiding als een bedrijfs- of dienstongeval moet worden aangemerkt.[1]

Een militair werkzaam bij de Koninklijke Landmacht, moest in het kader van haar opleiding deelnemen aan een twee weken durende (gevechts-)cursus. Deze cursus maakte deel uit van een meerdaagse oefening. Tijdens deze oefening, bij een tactische verplaatsing te voet door bosachtig terrein, stapte de medewerkster in een kuil en heeft daardoor haar kuit- en scheenbeen gebroken. Naar aanleiding van deze gebeurtenis is een proces-verbaal van ongeval opgemaakt.

De staatssecretaris heeft bij besluit het ongeval aangemerkt als een bedrijfsongeval, omdat tijdens de oefening geen sprake zou zijn geweest van buitengewone of daarmee vergelijkbare omstandigheden en meer in het bijzonder dat geen sprake was van oorlog nabootsende omstandigheden.

De rechtbank volgde dit oordeel en bepaalde dat tijdens het ingestelde beroep niet was gebleken dat het om een oefening onder oorlog nabootsende omstandigheden ging. Dat de medewerkster tijdens de tactische verplaatsing in vermoeide toestand met volle bepakking door bosachtig terrein in een kuil stapte, was volgens de rechtbank geen aanwijzing dat er sprake was van een verhoogd risico als bedoeld in de rechtspraak. Het was dan ook niet aannemelijk dat bij de verplaatsingsoefening niet de gebruikelijke veiligheidsmaatregelen konden worden gehandhaafd, rekening houdend met de omstandigheden dat de oefening plaatsvond in het donker, aldus de rechtbank.

Anders dan de rechtbank oordeelde de Centrale Raad van Beroep dat er wel degelijk sprake was van dusdanige bijzondere omstandigheden waaronder de (gevechts-)cursus moest worden verricht dat het ongeval als dienstongeval moet worden aangemerkt.

Deze lijn van de Centrale Raad is overigens niet nieuw, hij herhaalt de overwegingen uit een eerdere uitspraak van 14 maart 2013.[2] Volgens de Centrale Raad is voor het oefenen onder buitengewone of daarmee vergelijkbare omstandigheden kenmerkend, dat de desbetreffende oorlogstaak wordt gedaan onder nabootsing van bijzondere omstandigheden, zoals die zich daadwerkelijk bij operationeel optreden in een oorlogssituatie kunnen voordoen en waarbij deze bijzondere omstandigheden een verhoogd risico op verwonding of letsel met zich meebrengen. In het algemeen zal dit verhoogde risico aanwezig zijn wanneer, juist om de oorlogssituatie realistisch na te bootsen, niet alle normaal gebruikelijke veiligheidsmaatregelen (kunnen) worden gehandhaafd, aldus de Centrale Raad.

De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep laat (nog maar eens) zien dat de omstandigheden van het ongeval zeer belangrijk zijn voor de vraag of er sprake is van een bedrijfs-of dienstongeval.

Ondanks dat deze lijn al jaren bestendig is, blijkt maar weer dat zowel de staatssecretaris als de rechtbank een te beperkte uitleg geeft op de vraag of een gebeurtenis kan worden aangemerkt als een dienstongeval. De gevolgen van een besluit waartegen geen bezwaar wordt gemaakt kunnen echter aanzienlijk zijn voor de militair.

Het proces-verbaal van ongeval is leidend. Het is dan ook van belang hoe het ongeval wordt gekwalificeerd, als een artikel 4-situatie (dienstongeval) of een artikel 5-situatie (bedrijfsongeval). Fouten kunnen wellicht al in die fase worden rechtgezet. Als vervolgens een onjuist besluit wordt genomen is het moet er binnen de termijn bezwaar worden gemaakt. De rechtspositie verschilt in beide gevallen. Bij een dienstongeval kan er een beroep op verschillende regelingen en voorzieningen worden gedaan, ook voor de lange termijn mocht het letsel erger blijken dan aanvankelijk voorzien. Deze regelingen gelden niet als er wordt geoordeeld dat er sprake is van een bedrijfsongeval, of zelfs dat er helemaal geen sprake is van een ongeval. In dat laatste geval kan er zelfs loonkorting worden toegepast in het tweede ziektejaar.

Is u als militair een ongeval overkomen en heeft u vragen of er sprake is van een dienst- of bedrijfsongeval?  Let op de termijn voor het maken van bezwaar of het instellen van beroep. Wij adviseren u graag of het zin heeft een rechtsmiddel in te stellen.

 ECLI:NL:CRVB:2023:534, Centrale Raad van Beroep, 22 / 412 MAW (rechtspraak.nl))

[1] Centrale Raad van Beroep 23 maart 2023, ECLI:NL:CRVB:2023:534.

[2] Centrale Raad van Beroep 14 maart 2013, ECLI:NL:CRVB:2013:BZ4349.

Terug naar overzicht